Een vermogensbestanddeel moet op een zakelijke manier beschikbaar worden gesteld, dat wil zeggen dat moet worden gehandeld alsof sprake zou zijn van een willekeurige derde. De Belastingdienst onderzoekt aan de hand van de ongebruikelijkheidstoets of een terbeschikkingstelling in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijk is. Een bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de terbeschikingsteller of zijn fiscale partner, die in eerste instantie was uitgesloten van de terbeschikkingstellingsregeling kan door toepassing van de ongebruikelijkheidstoets toch met deze regeling te maken krijgen. De inkomsten worden in dat geval belast in box 1 volgens de terbeschikkingstellingsregeling.
Geef een reactie