De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft gereageerd op het besluit van 7 maart 2016 inzake aftrek van uitgaven voor monumentenpanden (BLKB 2016/360M).
Naar de mening van de NOB is sprake van een geleidelijke inperking van de aftrekbare onderhoudskosten voor monumentenpanden via de definitie van het begrip rijksmonument. De Orde doet de suggestie het Besluit op dit punt te heroverwegen.
Verder wordt volgens de Orde in het besluit ten onrechte de suggestie gewekt dat tuinonderhoud, behangen, binnenverf- en witwerk en kleinere reparaties per definitie huurderslasten zijn die nooit aftrekbaar zijn. De Orde adviseert in de tekst duidelijk(er) tot uitdrukking te brengen dat bij bedoelde uitgaven niet per definitie sprake is van huurderslasten.
Overigens wordt in de Memorie van toelichting bij het Belastingplan 2017 ingediende wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing opgemerkt dat regelmatig door de Belastingdienst wordt vastgesteld dat belastingplichtigen kosten in aftrek brengen die niet in aanmerking komen. Naar de mening van de NOB zou deze opmerking in verband met het voorgaande enigszins kunnen worden genuanceerd.
Geef een reactie