De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft een voorstel voor praktische vereenvoudiging van het belastingstelsel naar het ministerie van Financiën gestuurd.
Het voorstel is om voor de grondslag van de 0,4%-drempel in de aftrekbeperking voor gemengde kosten van artikel 8, lid 5 Wet Vpb 1969 voortaan aan te laten sluiten bij het loon waarover daadwerkelijk loonbelasting wordt ingehouden ten laste van de werknemers. Hiervoor wil de NOB in artikel 8, lid 5 Wet Vpb 1969 de formulering: ‘…0,4% van het gezamenlijke bedrag van het door de desbetreffende werknemers in het jaar genoten belastbare loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964…’ vervangen door: ‘…0,4% van het gezamenlijke bedrag van het door de desbetreffende werknemers in het jaar genoten loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b van de Wet op de loonbelasting 1964 belasting wordt geheven…’
Als argument draagt de NOB aan dat het loonbegrip overeen komt met één duidelijke post in de verzamelloonstaat (kolom 14) en direct beschikbaar is in iedere loonadministratie. Het wordt verder ook al gehanteerd als grondslag in de berekening van de vrije ruimte van 1,2% onder de werkkostenregeling. Door voor de 0,4%-drempel in de aftrekbeperking in de vennootschapsbelasting hier voortaan ook bij aan te sluiten, wordt volgens de NOB de eenvoud hersteld die oorspronkelijk was beoogd bij de invoering van de 0,4%-drempel in 2006 en de invoering van de werkkostenregeling in 2011.
Meer informatie: Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, 9 mei 2017
Geef een reactie