Aanpassing van het loonbegrip, flexibilisering van de werkkostenregeling, de introductie van het noodzakelijkheidscriterium, én een praktische administratieve verwerking/afrekensystematiek. Dat zijn de adviezen die NOAB en SRA, neergelegd en uitgewerkt in een gezamenlijke position paper, meegeven aan staatssecretaris Weekers van Financiën voor het vergroten van draagvlak voor en het verbeteren van de werkkostenregeling (WKR).
De werkkostenregeling is in huidige vorm niet of onvoldoende werkbaar in de MKB-praktijk. Dat komt onder meer doordat het huidige loonbegrip (wat valt wel en niet onder belast loon, de regels voor tablets, printer of bureaustoel op de thuiswerkplek) niet meer aansluit op de maatschappelijke opvattingen hierover. NOAB en SRA onderschrijven de visie van staatssecretaris Weekers dat aanpassing van het loonbegrip noodzakelijk is. Vergoedingen en verstrekkingen, noodzakelijk voor de werkzaamheden, moeten niet als loon worden aangemerkt. Ook het onderscheid tussen vergoedingen en verstrekkingen is onwerkbaar en moet verdwijnen. NOAB en SRA pleiten tevens voor het wegnemen van het onderscheid tussen vergoedingen en verstrekkingen voor de werkplek op kantoor en die bij de werknemer thuis.
Werkgever bepaalt
Met een noodzakelijkheidscriterium wordt de werkkostenregeling beter uitvoerbaar en flexibeler. De werkgever bepaalt of een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling van bijvoorbeeld een Ipad noodzakelijk is voor de uitvoering van werkzaamheden, functie of beroep. De ‘noodzakelijke’ Ipad valt dan niet binnen het loonbegrip. Op deze manier kan de werkgever de vrije ruimte binnen de WKR gebruiken voor vergoedingen en verstrekkingen die mede een beloningskarakter hebben. Ook hoeft de werkgever zich niet langer druk te maken over kwalificatievragen (is er sprake van belast loon en zo ja, op welke manier is het belast?) of waarderingsvoorschriften. Een open norm biedt gelegenheid maatwerk te bieden en te krijgen, onder meer via vooroverleg (Horizontaal toezicht), standpuntbepaling en jurisprudentie. Eventueel misbruik kan worden ondervangen door de reeds in de WKR opgenomen gebruikelijkheidstoets.
Aansluiten bij administratie
De werkkostenregeling in huidige vorm zorgt voor meer administratieve handelingen en kosten voor het MKB. NOAB en SRA willen daarom de WKR-beoordeling laten aansluiten op de btw-situatie van de werkgever, op basis van de verstrekkingen exclusief omzetbelasting (voor zover belaste prestaties voor de omzetbelasting worden verricht). Deze methode sluit aan bij de administratie van ondernemers. Daarnaast is het voor werkgevers in het MKB het meest praktisch om de WKR in de maand januari af te wikkelen (via voorschotregeling in de maand januari volgend op het boekjaar). De definitieve afrekening volgt dan gelijktijdig met de IB- of VpB-aangifte en de bestaande uitstelregelingen daarvoor, via een correctiebericht op de loonaangifte december van het betreffende boekjaar. Rechtspersonen (verenigingen, stichtingen) kunnen op basis van de vastgestelde jaarrekening via een apart biljet de werkkostenregeling verantwoorden, voor 31 december van het daarop volgende jaar. NOAB en SRA pleiten tevens voor een concernregeling met jaarlijks keuzeregime, waarbij alle vrije ruimtes van verschillende concernonderdelen met elkaar worden gesaldeerd.
Werkbare wetgeving
NOAB en SRA, waarvan de leden tezamen een groot deel van de MKB-markt bedienen, trekken samen op in het dossier Werkkostenregeling. Vorig jaar hebben beide organisaties onderzoeken verricht naar de haalbaarheid van de regeling in de MKB-praktijk. Deze onderzoeken hebben bijgedragen aan het uitstel van en de nieuwe plannen voor de WKR. NOAB en SRA werken samen met Belastingdienst en Ministerie zodat de ervaringen en input vanuit de praktijk worden verwerkt in werkbare alternatieven voor ondernemers, fiscale dienstverleners en de verwerkingseenheden bij de Belastingdienst.
Bijlage: Gezamenlijke position paper NOAB en SRA
Meer informatie: Gezamenlijke visie NOAB en SRA op Verkenning werkkostenregeling
Geef een reactie