De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft diverse vragen op het gebied van (sociale) huurwoningen en de woningmarkt beantwoord. De minister is ook ingegaan op geplande ontwikkelingen rond de verhuurderheffing.
Belastingplicht, tarief en grondslag
Als een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een groep bij aanvang van het kalenderjaar een bepaald genot heeft van meer dan vijftig huurwoningen, is hij/zij belastingplichtig voor de verhuurderheffing. Het desbetreffende genot moet voortvloeien uit eigendom, een bezit of een beperkt. Het tarief van de verhuurderheffing in 2020 bedraagt 0,562%. Men berekent dit percentage in beginsel over:
Vrijstellingen
Stichtingen en vereniging die uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam zijn, kunnen onder voorwaarden gedurende twintig jaar een vrijstelling van verhuurderheffing krijgen. Deze vrijstelling ziet grofweg gezegd op huurwoningen die zijn verkregen tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021. Deze huurwoningen moeten liggen in aangewezen gemeentes en opgenomen zijn in een plan voor stedelijke vernieuwing. Een andere vrijstelling ziet op tijdelijke huurwoningen die zijn gerealiseerd tussen 1 januari 2020 en 31 december 2024. Deze vrijstelling duurt vijftien jaar. Tenslotte hoeven verhuurders sinds 1 januari 2018 geen verhuurderheffing te betalen over rijksmonumenten.
Vermindering verhuurderheffing
Als een verhuurder uiterlijk 30 september 2020 een definitieve investeringsverklaring heeft gekregen van de RVO.nl, kan hij in beginsel een vermindering toepassen. De verhuurder trekt dan in de aangifte 2020 het bedrag dat de intentieverklaring vermeldt als heffingsvermindering af van de verhuurderheffing. Het kan gebeuren dat de investeringsverklaring een hoger bedrag aan vermindering meldt dan de verschuldigde verhuurderheffing in 2020. In dat geval kan de verhuurder het restant in de periode 2021 – 2023 aftrekken. Om de vermindering over maximaal vier jaar (dus inclusief 2020) te kunnen uitsmeren, moet men wel per jaar maximaal het bedrag aan verschuldigde verhuurderheffing benutten.
Verlenging termijn door corona
In zijn antwoord op diverse Kamervragen wijst de minister erop dat men tijdig moet investeren om de heffingsvermindering te mogen toepassen. Na toekenning van de voorlopige heffingsvermindering moet men binnen een bepaalde termijn de investering doen. Vanwege corona hebben diverse investeringsprojecten vertraging opgelopen. Om uitval van deze projecten te voorkomen is aangekondigd dat heffingsverminderingen die in 2020 verlopen een termijnverlenging van een jaar krijgen. Hiervoor ligt althans een wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Op Prinsjesdag is aangegeven dat de verlenging van de termijnen eveneens gaat gelden voor de heffingsverminderingen die in 2021 en 2022 verlopen.
Geplande verlaging
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft diverse vragen beantwoord over het woningmarktbeleid. Ook de verhuurderheffing kwam daarbij aan bod. De minister verklaart dat het kabinet € 200 mln. beschikbaar stelt voor de verhuurderheffing. Daarvan wordt € 62 mln. ingezet voor de dekking van de heffingsverminderingen voor nieuwbouw. Bovendien wil het kabinet per 2021 de heffingsvermindering verduurzaming (weer) openstellen. De resterende € 138 mln. dient als dekking voor een directe verlaging van het tarief verhuurderheffing. Deze verlaging vormt een tegemoetkoming aan corporaties voor de verplichte huurverlaging voor dure scheefwoners.
Wet: art. 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7 en 1.10 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 5 oktober 2020, kenmerk 2020-0000586342
Geef een reactie