Advocaat-generaal Wattel heeft de Hoge Raad advies gegeven met betrekking tot de voorwaarden voor teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse fondsen. De aandeelhouderseisen zijn volgens de A-G niet per definitie discriminerend.
Fiscale beleggingsinstellingen hebben recht op een teruggaaf van de dividendbelasting die is ingehouden op het ontvangen dividend. Sommige buitenlandse lichamen claimen ook een teruggaaf, maar ontvangen deze niet omdat zij te veel van de fbi verschillen. Bijvoorbeeld omdat zij niet voldoen aan de aandeelhouders- en dooruitdelingseisen van de fbi. De vraag is of deze voorwaarden verboden discriminatie vormen.
Aandeelhouderseisen
De advocaat-generaal (A-G) adviseert de Hoge Raad om volstrekt duidelijk te maken dat het geen zin heeft Nederlandse beleggingsaandelen om te leiden via een buitenlands fonds. Buitenlandse fondsen moeten dezelfde bronbelasting betalen als binnenlandse fondsen als zij dezelfde teruggaaf willen ontvangen. Verder meent de A-G dat de voorwaarden voor het lichte aandeelhoudersregime vanaf 2007 zijn niet zo specifiek zijn de Nederlandse markt dat zij de facto buitenlandse fondsen benadelen.
Dooruitdelingseis
De dooruitdelingseis is volgens de A-G irrelevant. Alleen betaling binnen acht maanden van dezelfde Nederlandse bronheffing als Nederlandsen fbi’s kan recht op teruggaaf geven. Of al dan niet een (fictieve) dooruitdeling plaatsvindt in het buitenland, is niet van belang. Wordt niet dezelfde bronheffing betaald als Nederlandse fbi’s moeten betalen? Dan is teruggaaf van dividendbelasting hoe dan ook uitgesloten.
Verdrag: art. 63 VWEU
Wet: art. 10 Wet DB 1965
Geef een reactie