
Door de antiwinstdrainageregeling is de rente betaald aan een gelieerde vennootschap, die een spilfunctie vervult maar tevens als doorgeefluik dient, mogelijk niet aftrekbaar. Dat is althans de conclusie van Advocaat-generaal Pauwels.
Tussen een bv en de Belastingdienst is een geschil ontstaan over aftrek van rente op twee leningen die de bv is verschuldigd aan een met haar verbonden vennootschap in België. Deze lening houdt verband met de verwerving van 72% van de aandelen in een nv. De Belgische vennootschap heeft in België de status van coördinatiecentrum. De Belastingdienst meent dat de antiwinstdrainagemaatregel van toepassing is. Maar de bv stelt dat deze wettelijke regeling in strijd is met het recht op vrije vestiging van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Op 2 september 2022 heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU. Zie ook NTFR 2022/3221 en ‘Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over anti-winstdrainagemaatregel’.
Arrest X BV en het Spilfunctie-arrest
Het Hof heeft op 4 oktober 2024 in het zogeheten arrest X BV uitspraak gedaan. Het Hof staat een renteaftrekbeperking toe als deze rente verband houdt met een groepsinterne lening die als onderdeel van een volstrekt kunstmatige constructie wordt beschouwd. Zie ook NTFR 2024/1662 en ‘HvJ: weigering renteaftrek geoorloofd’. Maar tussen het indienen van prejudiciële vragen door de Hoge Raad en het arrest X BV is het zogeheten Spilfunctie-arrest gewezen. Zie NTFR 2023/514 en ‘Renteaftrek voor schuld aan verbonden lichaam’. Uit het Spilfunctie-arrest blijkt dat rente, betaald aan een gelieerd lichaam, onder andere aftrekbaar kan zijn als dat gelieerde lichaam een financiële spilfunctie vervult. De regel is dat men aanneemt dat in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen aan de schuld. Deze regel geldt niet als dit lichaam louter fungeert als een doorgeefluik voor de verschuldigde gelden.
Coördinatiecentrum fungeert louter als doorgeefluik
De bv meent dat zij een beroep kan doen op het Spilfunctie-arrest om zo alsnog renteaftrek te kunnen claimen. De Advocaat-generaal concludeert dar het Belgische coördinatiecentrum inderdaad een financiële spilfunctie vervult. Dan resteert de vraag of het coördinatiecentrum louter fungeert als een doorgeefluik. Het Hof heeft geoordeeld dat de bv niet aannemelijk heeft gemaakt dat het coördinatiecentrum daadwerkelijk een financiële functie vervult binnen het concern bij de wijze waarop de middelen zijn verstrekt, die zijn benut voor de acquisitie van de nv. Daarom faalt het beroep van de bv op het Spilfunctie-arrest.
Antwinstdrainagemaatregel is te rechtvaardigen
Vervolgens behandelt de A-G de tweede vervolgvraag: is het verenigbaar met de vrijheid van vestiging dat de rente op de leningen van het coördinatiecentrum aan de bv geheel is uitgesloten van aftrek? Aan de ene kant meent de A-G dat de antiwinstdrainagemaatregel kan leiden tot een beperking van de vrijheid van vestiging en tot verschillende behandeling van objectief vergelijkbare situaties. Maar voor deze beperking is een rechtvaardiging te vinden in een dwingende reden van algemeen belang. Deze reden is het voorkomen van kunstmatige omleidingen van eigen vermogen en omzetting in vreemd vermogen, zowel bij interne verhangingen als bij externe acquisities. De A-G vindt de volledige uitsluiting van de renteaftrek evenmin onevenredig. Al met al adviseert de A-G de Hoge Raad om het cassatieberoep van de bv ongegrond te verklaren.
Verdrag: art. 49 VWEU
Bron: Parket bij de Hoge Raad 28 maart 2025 (gepubliceerd 11 april 2025), ECLI:NL:PHR:2025:386, 20/03948
Geef een reactie