De aftrekbeperking van de zogeheten gemengde kosten is niet van toepassing als het gaat om loonkosten. Tenminste, als de werkgever of werknemer feitelijk loonheffing over deze loonkosten heeft moeten betalen, zo oordeelt Hof Amsterdam.
Een bv dreef een transportonderneming. Zij had personeel in dienst, waardoor zij te maken had met een kostenaftrekbeperking. In principe bedroeg deze kostenaftrekbeperking 0,4% van de totale loonsom. Voor het jaar 2015 zou dat neerkomen op 0,4% x € 24.440.483 (loonsom 2015) = € 97.762. De bv kon echter ervoor kiezen om de kostenaftrekbeperking te stellen op 26,5% van de gedeeltelijk aftrekbare kosten (ook wel gemengde kosten genoemd). Zij wilde via een bezwaarschrift deze optie benutten. Daarbij stelde zij dat de gemengde kosten € 75.425 bedroegen. De bv liet hierbij de daggeldvergoedingen buiten beschouwing die zij op grond van de cao aan haar transportchauffeurs moest betalen. Het totaal aan daggeldvergoedingen bedroeg € 1.135.430. De bv had deze vergoedingen als eindheffingsloon aangewezen. Daarbij was zij onder de vrijstellingen gebleven.
Effectief belaste loonkosten
Volgens de inspecteur kwalificeren de daggeldvergoedingen eveneens als gemengde kosten. De bv had deze kosten dus moeten meenemen in de berekening van de aftrekbeperking. De bv wijst erop dat belastbaar loon niet onder de aftrekbeperking valt. Daarbij is het volgens de bv voldoende als de loonbestanddelen in beginsel zijn belast. Maar daarin gaat het hof niet mee. De loonbestanddelen moeten effectief bij de werkgever of werknemer in de loonheffing zijn betrokken. Anders zou de aftrekbaarheid op geen enkele wijze zijn beperkt. Het maakt hierbij niet uit of de loonheffing achterwege is gebleven door de vrije ruimte of een specifieke vrijstelling.
Wet: art. 3.15, eerste en vijfde lid Wet IB 2001, art. 31, eerste lid, onderdeel f en 31a, tweede lid, onderdeel b Wet LB en art. 8, vijfde lid Wet Vpb 1969
Geef een reactie