
De Belastingdienst mag in beginsel belastingaanslagen en verliesvaststellingsbeschikkingen die zien op perioden vóór een splitsing sturen naar het adres van de gesplitste lichamen.
Een bv is per 31 december 2016 opgehouden te bestaan door een zuivere splitsing. Het vermogen van de bv is overgegaan naar twee andere rechtspersonen. De inspecteur heeft een verliesvaststellingsbeschikking en een boetebeschikking opgelegd voor het jaar 2014. Namens de bv is bezwaar gemaakt tegen deze beschikkingen. Maar de bezwaren zijn niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De gemachtigde van de bv stelt dat de beschikkingen naar het verkeerde adres zijn verzonden.
Fiscus heeft de beschikking naar juiste adres verstuurd
De Hoge Raad oordeelt dat de belastingaanslagen en beschikkingen terecht ten name van de gesplitste bv zijn gesteld. De verzending naar het adres in het handelsregister is correct, ook al is de bv opgehouden te bestaan. Bovendien is in deze zaak een van de verkrijgende rechtspersonen gevestigd op het oude adres van de gesplitste bv. Verder is de bezwaartermijn correct toegepast en de bezwaren zijn terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Opmerking in verband met huidige wetgeving
In verband met de sinds 1 januari 2019 geldende regels voor bekendmaking van belastingaanslagen merkt de Hoge Raad overigens het volgende op. Stel dat de ontvanger vermoedt dat een belastingplichtig lichaam door splitsing niet meer bestaat, maar geen adres van de verkrijgende rechtspersonen kent. In dat geval kan de ontvanger de aanslag of beschikking sturen naar het Openbaar Ministerie. Dan moet de ontvanger ook een kopie van het aanslagbiljet verzenden aan de laatste bestuurders en aandeelhouders van het lichaam, voor zover die redelijkerwijs bij de ontvanger bekend kunnen zijn.
Wet: art. 3:4, 6:7, 6:11 en 6:15 Awb, art. 2:334a BW, art. 8 Iw 1990 en art. 20b Wet Vpb 1969
Geef een reactie