• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Foutenleer toepasbaar op berekeningsfout vi-winst

7 september 2022 door Remco Latour

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat op grond van de zelfstandigheidsfictie een fout in het vaststellen van de winst van een vaste inrichting is te herstellen met de foutenleer.

Een Nederlandse bv met een vaste inrichting (v.i.) in België heeft in 1999 een huurrecht van een Nederlandse supermarkt verkocht. De boekwinst is gepassiveerd in een herinvesteringsreserve (HIR). In 2003 heeft de bv voor € 470.000 het gebruiksrecht van een woning in België gekocht en daarop de HIR afgeboekt. Niet in geschil is dat in 2004 tot en met 2014 ten onrechte ook bij de bepaling van de vrij te stellen buitenlandse v.i.-winst op die lagere boekwaarde is afgeschreven in plaats van alleen voor de bepaling van de generale winst. Daardoor zijn de voorkomingswinsten. Op hoge bedragen gesteld, zodat een te hoge aftrek elders belast in aanmerking is genomen.

Geschil over toepassing foutenleer

Bij het regelen van de aanslag Vpb 2013 in 2017 heeft de inspecteur de fout ontdekt. Vervolgens is deze fout op basis van de foutenleer voor alle jaren 2004 tot en met 2012 gecorrigeerd in de aanslag Vpb 2013. De correcties van de te hoge aftrekken elders belast 2013 en 2014 zijn niet in geschil. Wel zijn partijen het oneens over de vraag of de afschrijvingstoerekeningsfout die in elk van de jaren 2004 tot en met 2012 was gemaakt een fout was in de zin van de foutenleer. Mocht dat het geval zijn, dan resteert de vraag  en of de inspecteur de foutenleer ook mag gebruiken voor de jaren waarin hij de fout nog kon herstellen door navordering.

Fout zoveel mogelijk herstellen in jaar van fout

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de rechtspraak geen antwoord gaf op de vraag of de afschrijvingstoerekeningsfout een fout was in de zin van de foutenleer. Maar al met al achtte de rechtbank de foutenleer toepasbaar. Verder stelde de rechtbank dat de fiscus op grond van het matching-beginsel een fout zoveel mogelijk moet herstellen in het jaar waarin zij is gemaakt. De navorderingstermijn van twaalf jaar bij buitenlandse winsten is volgens de rechtbank echter niet van toepassing. De fout was daardoor niet voor alle jaren door navordering te herstellen. Daarom moest het herstel van de fout volgens de rechtbank met toepassing de foutenleer plaatsvinden in het oudste nog openstaande jaar 2013. Zie ook NTFR 2022/1417.

Foutenleer op grond van zelfstandigheidsfictie

De bv gaat in vervolgens in cassatie. Ten eerste stelt zij dat de foutenleer niet valt toe te passen omdat de eindbalans 2012 niet onjuist was. Ook de Advocaat-generaal (A-G) stelt dat in beginsel de foutenleer niet van toepassing is nu de te lage totale-winstheffing niet het gevolg is van een onjuiste eindbalans 2012. Toch acht A-G Wattel de foutenleer ook van toepassing bij de bepaling van buitenlandse v.i.-winst. Het toepasselijke belastingverdrag eist voor de v.i.-winstbepaling een zelfstandigheidsfictie en laat de winstbepaling verder aan nationaal recht over. Daarnaast verwijst het verdrag ook voor de voorkomingsmethode naar nationaal recht. De totstandkomingsgeschiedenis van de Nederlandse belastingvrijstelling en objectvrijstelling van buitenlandse v.i.-winst verklaart expliciet de zelfstandigheidsfictie en de Nederlandse fiscale winstvaststellingsmaatstaven van toepassing op v.i.-winstbepaling, wat zijns inziens vermogensvergelijking en daarmee fiscale begin- en eindbalansen impliceert.

Alles of niets benadering van de A-G

Subsidiair stelt de bv dat de foutenleer in casu niet is toe te passen voor zover navordering mogelijk is. Die stelling lijkt de A-G onjuist omdat het volgens hem bij één repetitieve fout alles of niets is. Als dezelfde in alle jaren gemaakte fout niet in al die jaren is te herstellen door navordering, is zij voor alle jaren met de foutenleer te herstellen. Hij ziet geen reden voor temporele splitsing van herstelmethoden.

Wet: art. 16, vierde lid AWR en art. 15e Wet Vpb 1969

Bron: Parket bij de Hoge Raad 12 augustus 2022 (gepubliceerd 2 september 2022), ECLI:NL:PHR:2022:753, 22/00900

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Onderzoeksopzet Evaluatie Toezicht Belastingdienst
Volgende artikel
Geen spanning meer na brief over tegemoetkoming aan bezwaar

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Standpunt uitlenen van gelden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. Het gaat om de vraag wat wordt verstaan onder ‘uitlenen van gelden die van derden zijn ingeleend’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel d, Wet Vpb 1969.

Standpunt kwalificatie Sint Maarten bv

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord met welke Nederlandse rechtsvorm een besloten vennootschap, opgericht naar het recht van Sint Maarten vergelijkbaar is.

Standpunt kwalificatie Braziliaanse S.A.

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord met welke Nederlandse rechtsvorm een Braziliaanse S.A. (Sociedade Anônima) vergelijkbaar is.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×