Voor een fonds voor gemene rekening dat door een nieuwe wet per 1 januari 2025 niet meer vennootschapsbelastingplichtig is, geldt een aandelenfusiefaciliteit. De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft voor drie situaties de vraag beantwoord of deze faciliteit is toe te passen.
Per 1 januari 2025 wijzigt het begrip open fonds voor gemene rekening (OFGR) in de vennootschapsbelasting. Sommige OFGR’s zullen daardoor per die datum niet langer vennootschapsbelastingplichtig zijn. Dat leidt tot een fiscale afrekening, die echter is te voorkomen door een nieuwe aandelenfusiefaciliteit. Maar over de toepassing van deze faciliteit bestaan enkele vragen. Stel bijvoorbeeld dat twee personen ieder de helft van de bewijzen van deelgerechtigdheid houden in een OFGR. Deze OFGR zal per 1 januari 2025 niet meer voldoen aan de aangepaste definitie van het OFGR. De vraag is dan of de nieuwe aandelenfusiefaciliteit is toe te passen als:
- de twee personen op 1 oktober 2024 een bv oprichten, waarvan zij de nieuw uit te geven aandelen volstorten met hun bewijzen van deelgerechtigdheid in het OFGR. Direct na de aandelenfusie houdt het OFGR op te bestaan doordat de bv de enige deelgerechtigde is.
- de twee personen op 1 oktober 2024 ieder een persoonlijke houdstervennootschap oprichten en de nieuw uit te geven aandelen in deze houdstervennootschappen volstorten met hun bewijzen van deelgerechtigdheid in het OFGR. Direct daarna vindt de liquidatie van het OFGR plaats.
- de twee personen op 1 oktober 2024 een bv oprichten, waarvan zij de nieuw uit te geven aandelen volstorten met hun bewijzen van deelgerechtigdheid in het OFGR. Vlak vóór 1 januari 2025 maken de betrokkenen geen gebruik van de doorschuiffaciliteit in de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling.
Antwoord van de kennisgroep
De kennisgroep antwoordt dat in de genoemde drie situaties de nieuwe aandelenfusiefaciliteit is toe te passen. De aandelenfusiefaciliteit is echter niet toe te passen als:
- een eventuele bijbetaling meer bedraagt dan 10% van de nominale waarde van de uitgereikte aandelen bedraagt;
- de deelgerechtigde die een aanmerkelijk belang heeft in het FGR na het vervreemden van zijn bewijzen van deelgerechtigdheid in dat fonds aan de verkrijgende vennootschap in het kader van de fusie geen aanmerkelijk belang heeft in die verkrijgende vennootschap; of
- de fusie per saldo resulteert in een vermogensverschuiving van de deelgerechtigde in het FGR naar een of meer andere aandeelhouders in of andere gerechtigden tot het vermogen van de verkrijgende vennootschap.
Wet: art. 2, vierde lid Wet Vpb 1969 en art. VI Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling
Geef een reactie