De Hoge Raad oordeelt dat de rente over zogeheten perpetual securities aftrekbaar is. Dat de rentebetaling is uit te stellen, doet daar niets aan af.
Een nv had op 11 november 2010 voor de financiering van een overname zogeheten Fixed-to-Floating Rate Perpetual Capital Securities uitgegeven. Deze perpetual securities waren genoteerd aan Euronext Amsterdam. In totaal ging het om een bedrag van € 500 miljoen. De nv betaalde over dat bedrag interest, onder meer in 2010. Op 21 november 2013 betaalde de nv het bedrag van de perpetual securities terug. Tussen de nv en de Belastingdienst ontstond een geschil over de aftrekbaarheid van de rente over 2010. De inspecteur stelt dat de perpetual securities het karakter van een schuld missen. Volgens de fiscus is geen sprake van schuldaansprakelijkheid en evenmin van een terugbetalingsverplichting.
Civielrechtelijk lening
De Hoge Raad stelt voorop dat de civielrechtelijke vorm van kapitaalverstrekking het uitgangspunt vormt. In dit geval wijst dat op het bestaan van een lening. Door het uitgeven van de perpetual securities is voor de nv een terugbetalingsverplichting ontstaan. De nv heeft later bovendien voldaan aan die verplichting. De fiscus wijst erop dat de houders van de perpetual securities waren achtergesteld ten aanzien van gewone schuldeisers. De houders waren qua positie te vergelijken met preferente aandeelhouders. Bovendien mocht de nv de rentebetaling opschorten. Maar dit alles maakt volgens de Hoge Raad van de perpetual securities nog geen deelnemerschapslening. Ook is de rente niet winstafhankelijk. Daarom mag de nv de interest aftrekken.
Geef een reactie