De renteaftrekbeperking met betrekking tot besmette rechtshandelingen kent een tegenbewijsregeling, maar die staat niet open voor de fiscus.
Een holding was een onderdeel van een beursgenoteerd bedrijf dat was gespecialiseerd in informatiediensten en -producten. De holding vormde als moedervennootschap met haar dochtervennootschap een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting. Via deze dochter hield de holding belangen indirect alle aandelen in vier vennootschappen die waren gevestigd in Argentinië. De holding verrichtte in 2014 kapitaalstortingen in twee van deze Argentijnse vennootschappen. Zij bleef deze kapitaalstortingen echter renteloos schuldig. Zowel de kapitaalstortingen als de bijbehorende schulden luidden in Argentijnse Peso. De FE deed haar aangifte vennootschapsbelasting in euro’s. In 2015 behaalde de FE een positief valutaresultaat op haar schulden aan de Argentijnse vennootschappen van in totaal € 1.795.728. Daarnaast had zij dat jaar € 214.083 aan rente betaald over deze schulden. Volgens de bv hangen de schulden samen met een besmette rechtshandeling. Daardoor is de rente over deze ‘besmette’ schulden niet aftrekbaar en het valutaresultaat onbelast.
Tegenbewijsregeling
Maar de inspecteur stelt dat het saldo van het valutaresultaat en de rente wel belast is. Hij wijst daarbij op de tegenbewijsregeling. Maakt de belastingplichtige namelijk aannemelijk dat de besmette rechtshandeling en het aangaan van de schuld zijn gebaseerd op overwegingen die voor meer dan 50% zakelijk zijn? Dan dient men resultaten op de ‘besmette’ leningen wel fiscaal in aanmerking te nemen. De inspecteur meent dat de FE verplicht is om de tegenbewijsregeling toe te passen. De tegenbewijsregeling is volgens hem geen exclusief keuzerecht van de belastingplichtige.
Regeling exclusief voor belastingplichtige
Net zoals Rechtbank Noord-Holland (zie NTFR2021/220) verwerpt Hof Amsterdam het standpunt van de Belastingdienst. Uitsluitend de belastingplichtige kan gebruik maken van de tegenbewijsmogelijkheid, zo oordeelt het hof. De FE heeft geen beroep gedaan op de tegenbewijsregeling en de fiscus kan haar niet daartoe dwingen. Het hof verklaart daarom het hoger beroep van de Belastingdienst ongegrond.
Geef een reactie