Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een voor het jaar 2015 afgegeven verklaring arbeidsrelatie zelfstandigen- winst uit onderneming zelfstandige betekenis heeft. De Belastingdienst was daardoor in principe aan deze verklaring gebonden.
In deze zaak had een voormalige handelaar in tweedehands goederen vanaf maart 2015 activiteiten verricht die waren te omschrijven als het uitoefenen van een klussenbedrijf. De man vroeg een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) aan bij de Belastingdienst. De Belastingdienst gaf een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) af. In 2018 liet de inspecteur de man weten toch te twijfelen aan de hoedanigheid waarin de man zijn werkzaamheden in 2015 had verricht. De man wist deze twijfel niet weg te nemen. De fiscus besloot de inkomsten uit de activiteiten aan te merken als resultaat uit overige werkzaamheden. De man was het daarmee oneens en stelde dat de Belastingdienst was gebonden aan de VAR-wuo.
Geen valse voorwendsels
De rechtbank stelt ten eerste vast dat de VAR-wuo niet is herzien of ingetrokken. Vervolgens beredeneert de rechtbank dat de geldigheid van de VAR-wuo niet alleen was gebaseerd op het vertrouwensbeginsel. Aan de VAR kwam in 2015 een zelfstandige betekenis toe. Tenzij de man de VAR onder valse voorwendsels heeft aangevraagd, is de fiscus gebonden aan de VAR-wuo. De rechtbank oordeelt dat deze uitzondering hier niet van toepassing is. De man was maar net begonnen met zijn klusbedrijf en kon niet precies weten hoeveel opdrachtgevers hij zou krijgen. Hij had drie tot zeven opdrachtgevers verwacht, terwijl in werkelijkheid het er maar één was. Maar de werkelijkheid kan nu eenmaal afwijken van verwachtingen. Ook geloofde de rechtbank dat de man voor mond-tot-mond reclame had gezorgd. In zijn branche was dat van belang. De rechtbank verklaart het beroep van de man gegrond.
Geef een reactie