
Als gastenkamers in een Bed & Breakfast slechts minimale faciliteiten bieden, zijn zij geen woningen. Dat opent de deur voor de toepassing van de investeringsaftrek.
Twee echtgenoten hadden in november 2016 een pand gekocht. De levering van het pand had plaatsgevonden in april 2017. Na diverse verbouwingen stond een deel van het pand de echtgenoten en hun gezin ter beschikking als woning. Het echtpaar exploiteerde in het andere deel, dat een afzonderlijk bedrijfsmiddel was, via een vof een Bed & Breakfast (B&B). Het B&B-deel had een eigen opgang en beschikte over drie gastenkamers. Elke gastenkamer was voorzien van een tweepersoonsbed, een televisie, een zitje, een douchecabine, wastafel en toilet. Op de kamers was bovendien een koelkast aanwezig en wifi was beschikbaar. Gasten konden in het B&B-deel ontbijten in een gezamenlijke ruimte met een kitchenette. Het echtpaar wilde de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) toepassen over de investeringen voor het B&B-deel. Maar de Belastingdienst ging niet akkoord. Woonhuizen en woonschepen, inclusief delen van andere zaken die dienen voor bewoning, zijn namelijk uitgesloten van investeringsaftrek.
Gastenkamers hebben minimale faciliteiten
Daarop gingen de vennoten in beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant moet bepalen of de gastenkamers gedeelten van opstal waren die naar hun aard en inrichting woningen zijn. Daarnaast moeten de gastenkamers bestemd zijn voor bewoning, willen zij als woning kwalificeren. De rechtbank oordeelt dat de gastenkamers geen woningen vormen. Gezien de beperkte ruimte in de gastenkamers en de minimale faciliteiten is niet aannemelijk dat de gasten langere tijd in de kamers kunnen verblijven. De gastenkamers zijn daarmee niet (tijdelijk) te gebruiken als woning. De aanwezigheid van een gemeenschappelijke kitchenette maakt dat voor de rechtbank niet anders.
Verwerping van verwijzing naar arrest
De inspecteur verwijst nog naar een arrest voor de Hoge Raad (zie NTFR 2019/3102 en ‘Geen willekeurige afschrijving exploitant Bread & Breakfast’. Maar in deze zaak beschikten de gastenkamers over een afzonderlijke toegang en een eigen keuken. Daardoor was in die zaak wel sprake van een zelfstandig verblijf. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur ten onrechte de toepassing van de KIA door het echtpaar heeft geweigerd.
Wet: art. 3.45, eerste lid, onderdeel c Wet IB 2001
Bronnen: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 augustus 2022 (gepubliceerd 19 augustus 2022), ECLI:NL:RBZWB:2022:4689, 21/2581 en Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 augustus 2022 (gepubliceerd 19 augustus 2022), ECLI:NL:RBZWB:2022:4690, 21/2582
Geef een reactie