Hof Arnhem Leeuwarden oordeelt dat bij het berekenen van de kwijtscheldingswinstvrijstelling men de te verrekenen verliezen, die de vrijstelling beperken, niet mag salderen met een positieve jaarwinst.
In 2016 vond een ontbinding en liquidatie van een bv plaats. In dat jaar schold de bank de bv haar schuld van € 3.149.862 kwijt. Naast dit voordeel genoot de bv een winst van € 612.448. De bv meende dat zij de kwijtscheldingswinstsvrijstelling (kwv) als volgt mocht berekenen. Zij nam eerst de hele jaarwinst over 2016 en trok daar € 1.272.759 aan nog te verrekenen verliezen vanaf. Dat komt uit op een kwv van € 2.489.551. Maar de Belastingdienst en het hof verwerpen deze berekeningswijze. De wet staat geen saldering toe van de in het belastingjaar opgekomen positieve resultaten met de verrekenbare verliezen uit voorgaande jaren. Integendeel, men moet de kwijtscheldingswinst verminderen met het overig geleden verlies in het belastingjaar en de te verrekenen verliezen uit het verleden. Nu heeft de bv over 2016 geen overig verlies geleden. De kwv bedraagt daarom € 3.149.862 -/- € 1.272.759 = € 1.877.103.
Wet: art. 3.13, eerste lid, onderdeel a Wet IB 2001 en 8, eerste lid Wet Vpb 1969
Masterclass verliesverrekening
Verliesverrekeningsspecialist Frank Elsweier behandelt de relevante fiscale aspecten van de Nederlandse verliesverrekeningsregels. Hij gaat in op de huidige verliesverrekeningstermijnen en de voorgestelde verliesverrekeningstemporisering die per 1 januari 2022 in werking zal treden.
Geef een reactie